Interview | GGD-directeur Sjaak de Gouw blikt terug op de eerste coronagolf: ‘We moeten ons veel beter voorbereiden’
Op 27 februari van dit jaar, zo’n vijf maanden geleden, telde Nederland zijn eerste officiële coronabesmetting. Waar eerst ruimte was voor Hollandse onbekommerdheid – ‘We zijn een nuchter volkje’, zei premier Rutte – duurde het niet lang voordat ook hier het dagelijks leven ingrijpend veranderde door het virus.
Inmiddels, meer dan vijftigduizend coronabesmettingen verder, kan voorzichtig worden teruggekeken op de eerste virusgolf. Issuemakers deed dat in een gesprek met Sjaak de Gouw. Als directeur publieke gezondheid van de GGD werd hij een van de belangrijkste gezichten van de virusbestrijding. We spraken hem over de gevolgen van de pandemie voor het zorgstelsel, voorbereid zijn op een nieuwe uitbraak, ethische vraagstukken en zijn nieuwe rol als publieke figuur. ‘Mijn vrouw kon in de TV-gids kijken hoe laat ik thuis zou zijn.’
We hebben de afgelopen tijd veel analyses gezien van de gevolgen van de pandemie voor de samenleving. Alle sectoren hebben prioriteiten snel moeten herschikken, daar is de zorg waarschijnlijk het beste voorbeeld van. Maar wat betekent deze pandemie op de lange termijn voor de inrichting van het Nederlandse zorgstelsel?
‘We moeten ons in ieder geval veel beter voorbereiden op dergelijke rampen. We zijn nu geconfronteerd met abrupte schaarste – niet alleen voor wat betreft IC-bedden, maar ook beschermingsmiddelen en testcapaciteit. Dat heeft heel heftige gevolgen gehad. Maar naast het voorkomen van schaarste moet ook worden nagedacht over fundamentelere veranderingen in het stelsel, zoals E-health en preventie.’
Waarom vindt u dat belangrijk? Is de huidige inrichting van het zorgstelsel niet lang meer houdbaar?
‘Dat is zeer de vraag, zeker gezien het huidige personeelstekort en de veranderende demografische samenstelling van de bevolking. Als we op deze voet doorgaan beslaan de zorgkosten op een gegeven moment 40 procent van het BBP. Dat is niet haalbaar. Maar hoe dat nieuwe stelsel er uit zou moeten zien, daar zien we nog niet eens het begin van. Je ziet ook dat we historisch gezien in een bepaald model zijn gegroeid. Van ziekte naar zorg, en nu zien we een beweging naar gezond gedrag. Als medisch professionals is je rol steeds meer om mensen gezond te houden, in plaats van beter te maken.’
Het belang van medisch professionals voor de samenleving is extra duidelijk geworden tijdens de coronacrisis. Denkt u dat dit ook reële gevolgen gaat hebben?
Die nieuwe waardering vind ik heel boeiend. Wat het precies gaat betekenen, vind ik moeilijk in te schatten. We hebben een groot deel van onze vitale infrastructuur gedereguleerd, dus ik denk wel dat daar nu een grote herwaardering gaat plaatsvinden. Er zijn een aantal zaken die de samenleving draaiende houden, en het is de vraag of we die genoeg hebben gewaarborgd.’
In commentaar op de corona-aanpak werd niet alleen verwezen naar de zorgkosten, maar werden ook de belangen van volksgezondheid en economie tegen elkaar afgezet. Opiniemakers als Jort Kelder opperden dat de economie is ondervertegenwoordigd in die balans. Begrijpt u dat commentaar?
‘Het is ergens heel cynisch, maar het is wel een belangrijk thema. De crisismaatregelen van nu werden genomen om Italiaanse toestanden te voorkomen, maar ik begrijp dat de maatschappelijke nadelen discussie opleveren. Ik voorspel zeker meer ethische kwesties met die kosten in het achterhoofd, ook op internationaal niveau. Nederland kan het bolwerken, maar andere landen soms absoluut niet.’
Verwacht u dat de pandemie tot blijvende gedragsveranderingen zal leiden? Behoren handen schudden en het kussen op nieuwjaarsdag tot het verleden?
‘Er is erg gehamerd op het samen strijden tegen corona, maar ik vraag me af of mensen niet snel zullen vervallen in oude patronen. Als het gezellig is in de kroeg, en je past er net niet meer bij – Blijf je dan buiten staan?’