De zomer is voorbij, de scholen zijn begonnen. En het klaslokaal is dé plek waar alle onderwerpen en mensen in de samenleving samen komen. Dat weten ook bedrijven en belangenorganisaties.
Veel organisaties ontwikkelen daarom lespakketten voor basis- en middelbare scholen zodat kinderen en jongeren meer kunnen leren over een onderwerp. Want hoe bespreek je oorlogen, klimaatverandering, digitalisering, seksualiteit en andere belangrijke actuele onderwerpen eigenlijk in het klaslokaal? Lespakketten kunnen daarbij helpen, toch?
Tot op zekere hoogte. In Nederland mogen scholen dankzij de vrijheid van onderwijs zelf bepalen hoe de lessen vormgegeven worden en welke materialen ze daarbij inzetten zolang ze deze keuze kunnen verantwoorden aan de inspectie. Per jaar worden er echter honderden lespakketten aangeboden aan leraren en schoolleiders. Door de overload aan aanbod houden leraren en schoolleiders de lespakketten daarom zo veel mogelijk af.
Bovendien kregen sommige lespakketten veel kritiek, omdat ze het belang van de maker te veel voorop stelden. Zo werden de lespakketten van Albert Heijn bekritiseerd omdat kinderen hierdoor hun ouders aanspoorden naar de Albert Heijn te gaan. En Stichting Reclame Code tikte Greenpeace recent op de vingers omdat het lespakket in werkelijkheid reclame zou zijn.
Het is niet meer dan logisch dat in lespakketten voorwaarden gesteld worden voor sponsoring van bedrijven. Daarbij moet ook afgevraagd worden wat het doel is van zo’n lespakket: wil je kinderen wat bij brengen? Of probeer je via een omweg toch reclame te maken?
Reint Jan Renes noemt in Trouw een ‘onderwijscodecommissie’ als oplossing om in het doolhof aan lespakketten de juiste te kunnen kiezen. Zij kunnen meekijken naar het aanbod en beoordelen of het lesmateriaal over feiten gaat en of het een interessante discussie op gang brengt. Echter is er vanuit het veld ook de roep om minder regelgeving. Hier zou een goede rol weggelegd zijn voor het Expertisepunt Burgerschap, de PO-Raad en de VO-raad.
Daarnaast is de lijn tussen commercieel en ‘we hebben als organisatie een maatschappelijke rol om kinderen iets bij te brengen’ dun. Een open dag om te zien hoe een supermarkt, een bloementeler of een milieu-activist werkt, kan ook hartstikke interessant zijn voor jongeren. Lespakketten van diezelfde organisaties met grote logo’s erop zijn voor het onderwijs minder interessant en ook minder oprecht.
Illustratie door Frank Mineur.