De nieuwe politieke leiders van ons land moeten eerst elkaar bij de start van de kabinetsformatie zien te overtuigen van het belang van grondrechten. Dat je niet mag discrimineren, dat er vrijheid van godsdienst is, dat iedereen gelijkwaardig is in Nederland etc. Dit is kennelijk nodig omdat de grootste partij van Nederland in haar beginselen heeft verankerd dat de islam een verwerpelijke godsdienst is. Dat er maar beter ‘minder, minder, minder Marokkanen’ moeten zijn in ons land. En dat je vrouwen met een hoofddoek fors fiscaal moet gaan belasten voor het dragen ervan, 1000 euro was het voorstel ‘’om mee te beginnen”. Een partij die tijdens de laatste campagne tijdens het SBS-debat nog heeft verkondigd dat onze grote steden uit steeds meer ‘allochtonen’ bestaan en dat ‘Nederlanders’ daar genoeg van hebben. Deze allochtonen zijn trouwens over het algemeen Nederlandse staatsburgers , vaak in Nederland geboren, met (groot)ouders die uit een ander land komen, een niet-Nederlandse achternaam hebben en soms een gekleurde huid hebben. Het kenmerk van grondrechten is dat ze vast staan en verankerd horen te zijn in de cultuur van het land. Een partij die nú nog op cursus moet over de rechtsstaat, staat mijlenver af van de Nederlandse en Europese waarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Kiezers op deze partij zullen zich nu serieus en persoonlijk moeten verhouden tot de vraag of zij ook zelf ‘minder, minder, minder Marokkanen’ willen en de koran en moskeeën willen verbieden. Dit is immers de kern van deze partij, ondanks alle vrome woorden over bestaanszekerheid of zelfs een strenger migratiebeleid.