Protesteren & corona: hoe kunnen we weer succesvol de barricade op?
Gingen we in 2019 nog wereldwijd massaal de straat op om aandacht te vragen voor de problemen in de maatschappij, in 2020 zijn we door corona aan huis gebonden. In de anderhalvemetersamenleving en met het #stayathome devies, is het organiseren van een protestmars een stuk ingewikkelder. Betekent corona dan ook het einde van het protest? Nee, integendeel zelfs. Het klassieke straatprotest had al een doorstart nodig. En corona biedt juist de mogelijkheid voor de nieuwe protestvormen en -plannen die daarvoor nodig zijn.
Protesten zijn ineffectiever dan ooit
In het protestjaar 2019 werd ons nieuws grotendeels bepaald door een wereldwijde golf van fysieke straatprotesten. In 150 landen waren er klimaatstakingen, en aangewakkerd door het prostestvirus ging men in grote delen van de wereld op de barricade tegen lokale regeringen. Van Hong Kong tot aan Bolivia, en van Iran tot aan Chili. Ook in Nederland was het raak. Het gras op het Malieveld is letterlijk platgelopen door protesten van boeren, bouwers en leraren.
Hoewel deze protesten onherroepelijk impact hebben gehad, zien we een trend dat het protest als instrument voor maatschappelijke verandering steeds minder effectief wordt ingezet. In november 2019 maakte De Volkskrant de balans op van een jaar vol protest. De krant refereert naar Harvard-onderzoek waaruit blijkt dat de mate van succes van grote, niet-gewelddadige bewegingen gericht op politieke verandering, is gedaald van 70 procent in 1999, naar 30 procent nu. Conclusie: Er wordt wereldwijd steeds vaker geprotesteerd, maar het is minder effectief dan ooit.
Nieuwe technologie speelt bij dit effectiviteitsprobleem een belangrijke rol. Je kan vandaag de dag in korte tijd en met weinig geld aansprekende beelden rondsturen, en daarmee veel mensen enthousiasmeren. Dit is wat Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar Sociale Verandering en Conflict aan de VU in Amsterdam, het ‘supersize effect’ van social media noemt. Maar groter is niet altijd beter, zo constateert politicoloog Jonathan Pinckney, die meewerkte aan het Harvard-onderzoek naar de effectiviteit van protesten.
Volgens Pinckney is een snelgroeiend protest iets anders dan het oprichten van een sterke beweging, met een duurzame achterban, infrastructuur en strategie: ‘Natuurlijk maakt een snel opgekomen grote protestbeweging indruk. Maar als politici weten dat er geen organisatie achter zit met de kracht om op lange termijn te volharden, kunnen ze besluiten te wachten tot het overwaait.’ Snel een enorme groep mensen mobiliseren is knap, maar dus niet genoeg voor een succesvol protest.
Dat protesten aan kracht inboeten moet ons zorgen baren. De mogelijkheid voor mensen om effectief te protesteren heeft namelijk een belangrijke rol in de samenleving. Filosoof Tinneke Beeckman noemde onlangs tegen Trouw het protest een ‘laatste middel wanneer de meer institutionele manieren om verandering door te voeren niet lukken.’ Protesteren is zodoende een ‘basiswaarde van democratie,’ aldus Beeckman. Hoe kan dit laatste democratische redmiddel weer effectiever worden ingezet?
Protesteren met impact
Corona biedt kansen om protest weer impactvol te laten zijn. Allereerst ontstaan er nieuwe vormen. Een bevolking die in het verweer wil komen is tijdens corona namelijk genoodzaakt tot creatieve en organisatorische krachttoeren. Zo zagen we in Israël , waarbij met militaire precisie er voor werd gezorgd dat er voldoende afstand bleef tussen betogers. Andere boze burgers vermeden helemaal de fysieke wereld. Russen protesteren bijvoorbeeld virtueel via de Russische variant van Google Maps. Met de chatfunctie, doorgaans gebruikt voor incidenten op de weg, vulden de stadsplattegronden rond overheidsgebouwen zich met kritiek op de regering. De Russische oppositie haakt in op de online activiteiten en organiseert online-manifestaties op YouTube en via Zoom.
Deze inventiviteit werpt zijn vruchten af, vindt ook Mariëlle Wijermars, universitair docent cybersecurity en politiek aan de universiteit van Maastricht. Tegen NOS zegt Wijermans in reactie op de Russische protesten: ‘Het is bijzonder om te zien hoe creatief mensen zijn in het vinden van nieuwe plekken om hun onvrede te uiten. En het lijkt effect te hebben: het trekt de aandacht van lokale overheden, maar ook van de media.’
De belangrijkste verandering lijkt hem echter te zitten in de extra tijd die protestbewegingen hebben. Nu de gebruikelijke fysieke protestmarsen niet mogelijk zijn, hebben protestbewegingen ruimte om te herorganiseren en nieuwe plannen te maken. Zo constateert Bert Klandermans hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam in Trouw: ‘Een gemiddeld café of winkel zal zijn pand nu een nieuw verfje geven. In feite doen protestbewegingen hetzelfde.’ Ter illustratie verwijst de krant naar de Amerikaanse klimaatbeweging ‘Sunrise Movement.’ Via meerdaagse online trainingen leren ze duizenden nieuwe mensen hoe ze kunnen bijdragen aan de beweging.
De coronacrisis biedt activisten de kans zichzelf opnieuw uit te vinden tot een protestbeweging waarbij social media en nieuwe technologie niet alleen wordt ingezet voor snelle groei, maar ook voor een duurzame, creatieve en digitale organisatie. Na het coronajaar 2020, kan 2021 dan zomaar eens het échte jaar van het protest worden.