Thought Leader Thursday – hoogleraar filosofie Marc Davidson
Prof. Dr. Marc Davidson is met ingang van 1 september 2020 benoemd tot hoogleraar Filosofie van duurzaamheid en milieu aan de Radboud Universiteit. Hij houdt zich voornamelijk bezig met de vraag hoe wij vanuit moreel opzicht behoren te handelen in het licht van de duurzaamheids- en milieuproblematiek. Issuemakers praat met hem over de verantwoordelijkheid van consumenten, bedrijven en de overheid voor de natuur.
Om te beginnen zouden we het interessant vinden te horen hoe u als filosoof tegen de duurzaamheidsdiscussie aan kijkt. Welke waarden zijn daarbij volgens u in het geding?
Natuurlijk zijn er de waarden van huidige welvaart en economische groei op korte termijn. Die belangen van het hier en nu hoeven zelden te worden bevochten. In het duurzaamheidsdebat gaat het vooral om de afweging tegen drie andere belangen. Ten eerste die van toekomstige generaties. Bij veel keuzes schuiven wij problemen af op de verre toekomst, zoals in het geval van kernafval en klimaatverandering. Is dat wel gerechtvaardigd? Ten tweede zijn er de belangen van mensen elders: hoe gaan we bijvoorbeeld de kosten van klimaatbeleid rechtvaardig tussen de landen verdelen? Tenslotte is er het belang van de natuur. Wij zijn niet de enige soort op deze planeet. Toch draaide het in onze omgang met de natuur tot nog toe vooral om menselijk welzijn. Er zijn echter goede redenen om het welzijn van andere soorten mee te wegen.
Als er zoveel verschillende belangen zijn, hoe kun je dan toch dit debat op een goede manier leiden en de juiste keuzes maken?
We zijn van nature nogal kortzichtig, zowel in ruimte als tijd. Ons te behoeden voor die kortzichtigheid is één van de redenen waarom we een overheid hebben. Daarnaast is de overheid vaak beter in staat kennis te organiseren, bijvoorbeeld via instituten zoals het RIVM. Maar dan moeten burgers wel enig vertrouwen hebben in experts en wetenschappers, en overheden die hier weer naar luisteren. Helaas erodeert het vertrouwen in de overheid en dit helpt niet mee in de discussie rondom duurzaamheidsvraagstukken.
Dus eigenlijk is op dit punt een sterke overheid nodig?
Ja, zeker duurzaamheidsvraagstukken zijn collectieve vraagstukken. De problemen ontstaan omdat mensen deze afwentelen op elkaar: de baten van gedrag zelf plukken en de kosten bij andere mensen neerleggen. Het liefst bij mensen duizenden kilometers hier vandaan of zelfs in de verre toekomst. Zulk soort afwenteling doorbreek je alleen door overheidsingrijpen. Helaas waait er al enige decennia de wind van het neoliberalisme dat juist vindt dat de overheid op afstand moet staan. Neoliberalisme definieer ik als de ideologie volgens welke competitie het beste ordeningsprincipe is voor de maatschappij. Hoe meer men in competitie met elkaar staat, hoe beter voor iedereen. Maar dit werkt niet voor collectieve handelingsproblemen, daarbij heb je coördinatie door een overheid nodig.
Hoe zit het met burgers die wel graag duurzaam willen zijn, maar hier simpelweg de middelen niet voor hebben?
Er zal een gedeelte van de bevolking zijn waarvoor dit inderdaad geldt. Maar in Nederland zijn we gezamenlijk rijk genoeg om collectief die kosten te dragen. Als de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, kan de maatschappij heel goed duurzaam worden. De protestbeweging van de gele hesjes in Frankrijk is een voorbeeld van wat er gebeurt als de lasten niet rechtvaardig worden verdeeld. Dan komen mensen in opstand. Alleen de energiekosten verhogen zonder te kijken naar het verdelingsvraagstuk levert zulk soort problemen op.
Is de overheid ook verantwoordelijk voor het bewustwordingsproces bij burgers?
Ja, dit doen we eigenlijk al tientallen jaren. Maar ik denk eigenlijk dat burgers nu behoefte hebben aan een overheid die ruggengraat toont en zegt: ‘Sorry jongens, dit moet nou eenmaal gebeuren’. Het gekke is dat politici die telkens maar achteromkijken naar wat de burger wil, uiteindelijk minder serieus worden genomen.
Waar ligt dan de grootste verantwoordelijkheid voor het milieuvraagstuk? Begint een beter milieu bij jezelf of moet een sterke overheid het voortouw nemen?
Een beter milieu begint absoluut bij jezelf. Er heeft nog nooit een democratische overheid op de wereld gehandeld zonder individuen die dit aan hebben gestuurd. Er wordt altijd een soort tegenstelling geschetst: moeten individuele consumenten nou iets doen of is de overheid aan zet. Als men beweert dat de overheid aan zet is, worden consumenten buiten spel gezet. Natuurlijk kunnen grote milieuproblemen niet worden opgelost zonder overheidsingrijpen. De overheid moet de randvoorwaarden opstellen: zorgen voor een gelijk speelveld voor het bedrijfsleven bijvoorbeeld. Maar het punt is dat die overheid pas handelt als zij draagvlak ziet. Dit draagvlak bestaat niet alleen uit stemmers, maar ook uit mensen die bepaald gedrag vertonen in de maatschappij. De overheid kan vleesconsumptie ontmoedigen, maar dat zal ze pas doen als ze ziet dat er een markt is voor mensen die vleesvervangers kopen.
Kunnen deze voorlopers uit het bedrijfsleven komen?
Jazeker, al heeft het bedrijfsleven wel veel minder mogelijkheden om voor te lopen. Consumenten concurreren namelijk niet met elkaar. Voor bedrijven is dit anders, want zij moeten hun producten aanbieden op de markt. Afnemers zijn niet altijd geïnteresseerd in hoe dit product geproduceerd is. Vaak kunnen producenten geen voordeel halen uit een duurzamere productie. De stappen die een bedrijf kan zetten, zijn dus nooit zo groot als de stappen die een consument kan zetten. Het bedrijfsleven handelt binnen de randvoorwaarden die hun worden gesteld.
Hoe zou het bedrijfsleven de waarde van de natuur beter kunnen meenemen?
Als de waarde van de natuur in abstracte termen wordt uitgedrukt, als een pro memorie post, wordt deze vaak over het hoofd gezien. Dit kan voorkomen worden door een prijskaartje te hangen aan gebruik van de natuur. Een manier is door de baten die mensen ontlenen aan de natuur, zogenoemde ecosysteemdiensten, in geld uit te drukken. Dat gaat niet alleen om de baten van voedsel, maar ook de baten van recreatie, waterzuivering en gewasbestuiving. Belangrijk is wel in het oog te houden dat het hier alleen om het belang voor de mens gaat en dat het belang van de natuur zelf hierbij nog buiten beeld blijft. Daarnaast gebeurt er meer aan natuurbescherming als natuurbeheerders een financiële prikkel krijgen. Het lijkt me bijvoorbeeld in Nederland heel redelijk om boeren te compenseren voor de krimp in hun bedrijf die vanuit de maatschappij wordt gevraagd.
De discussie rondom duurzaamheid is natuurlijk een mondiaal vraagstuk. Zodoende zijn we tot slot benieuwd naar uw inzichten over het mondiale niveau. Internationaal wordt al een aantal jaar gediscussieerd over de invulling en vormgeving van een CO2-heffing. Hoe kijkt u hiernaar?
Dit ligt ook aan de concurrentie tussen landen; niet alleen mensen wentelen dingen op elkaar af maar ook verschillende staten. Alle landen concurreren bijvoorbeeld met elkaar om lage winstbelastingen. Het is voor individuele landen moeilijk om een heffing in te voeren, want het risico bestaat dat het bedrijfsleven dan over de grens heen verhuist. Er moet dus een mondiale afspraak komen over de minimale heffing. Europa kan hier eventueel een voortouw in nemen, maar wederom zouden dan eerst Europese afspraken moeten worden gemaakt. Daarom is Europese eenwording ook zo belangrijk. Hoewel ik soms wat pessimistisch ben over onze motivatie, ben ik positief gestemd dat als we het eenmaal willen we het duurzaamheidsvraagstuk gezamenlijk goed aan kunnen pakken.