Van Woodstock tot Rammstein; kritiek op de maatschappij uitdragen via muziek
Het kan bijna niemand ontgaan zijn, het is dit jaar vijftig jaar geleden dat het muziekfestival in Woodstock plaatsvond. Een festival dat ook wel wordt gezien als het moment waarop muzikanten zich voor de eerste keer maatschappijkritisch lieten horen. Sindsdien hebben vele mensen wereldwijd hun kritiek op de gevestigde orde of de maatschappij in brede zin via muziek geuit. Maar hoe is dat tegenwoordig? Welke bands nemen in hun muziek nog stelling en dragen een visie op de maatschappij uit of durven kritiek te uiten? En hoe zit het daarmee in de Nederlandse muziek?
Twee Issuemakers waren deze zomer op een concert van het Duitse Rammstein, dat geen blad voor de mond neemt en duidelijke standpunten inneemt. Rammstein, de band die al jaren met hun controversiële teksten én videoclips mensen niet alleen aan het dansen, maar ook aan het denken probeert te krijgen. Eerder dit jaar hebben ze met een tien minuten durende videoclip bij het nummer Deutschland een discussie over de identiteit van hun moederland losgemaakt. Rammstein laat zien hoe je als band tongen weet los te maken door maatschappelijke thema’s aan te halen in hun nummers én op het podium. Bijvoorbeeld toen twee mannelijke bandleden elkaar zoenden tijdens het optreden in Moskou, en op Instagram plaatsten met het onderschrift, ‘Rusland, we houden van je’.
Een bijzonder moment tijdens de concerten van Rammstein is wanneer vijf van de zes bandleden in rubberboten gezeten door de handen van het publiek naar het podium worden gedragen. Waar ze door de zanger met een bord met de tekst “Willkommen” worden ontvangen. Een duidelijker statement rondom het huidige, schrijnende bootvluchtelingen drama op de Middellandse Zee is bijna niet denkbaar. En schrijnender dan Ilja Leonard Pfeijffer het in zijn “Grand Hotel Europa” beschrijft kan bijna niet wanneer hij de situatie van de bootvluchtelingen met die van de opvarenden van de luxe cruiseschepen vergelijkt met “…vierduizend man pure koopkracht aan boord. Toch hadden die voor hun ticket minder betaald dan de verschoppelingen uit het zuiden voor een plek op hun gammele bootjes” (blz. 155).
We kennen wellicht nog Armand en Boudewijn de Groot uit de jaren zestig van de vorige eeuw, of het Klein Orkest en Doe Maar die in de jaren tachtig de schaduwzijde van de Koude Oorlog en de daarbij behorende wapenwedloop lieten zien. En van recenter datum zijn de statements van rappers als Fresku en Typhoon die de Nederlandse maatschappij wijzen op aanhoudende uitwassen van racisme binnen de Nederlandse muziekwereld en op het gebrek aan diversiteit op de Nederlandse radio. Of Within Temptation dat een optreden in Libanon afzegde uit solidariteit met Mashrou Leila, waarvan het optreden werd geannuleerd na protest door fanatieke christenen. Maar dit lijken eerder uitzonderingen dan de regel te zijn. Is er nog wel ruimte voor maatschappijkritiek in de huidige Nederlandse muziek of is de politieke correctheid in ons land wellicht een drempel. Wie durft de strijd met Rammstein aan…