De westerse bevolking wordt steeds bewuster van de schadelijke gevolgen van suiker en dat beïnvloedt ook multinationals, zoals Starbucks. De koffieketen bracht vorige maand naar buiten dat de verkoop van de frappuccino – bestaand uit koffie, ijs, siroop en melk – op jaarbasis flink is teruggelopen. Starbucks is daarom genoodzaakt een aantal slechtlopende winkels te sluiten. Volgens Starbucks-topman Kevin Johnson is deze ontwikkeling onder andere te wijten aan de trend om minder suiker te consumeren. De trend heeft niet slechts nadelige gevolgen voor het bedrijfsleven. Er zijn namelijk ook merken die kansen zien op dit gebied en sommige weten zelfs al te profiteren van de consument die steeds vaker voor ‘minder suiker’ kiest.
Minder suiker betekent meer omzet
Albert Heijn maakte eerder dit jaar bekend dat het ‘de gezondste supermarkt van Nederland’ wil worden en pakte daarom een aantal suikerhoudende productgroepen aan. Zo werd onder andere het suikergehalte in ontbijtgranen drastisch te verlaagd. In samenwerking met het Diabetes Fonds werkt de supermarktketen toe naar een groter plan met als doel dat in 2020 alle AH-producten 20 miljard suikerklontjes minder bevatten. Albert Heijn is niet het enige bedrijf dat erop inzet om met minder suiker, meer omzet te boeken. Coca-Cola liet al in het eerste kwartaal van 2018 een forse omzetstijging zien dankzij diens suikervrije frisdranken en ook suikerarme merken zoals Zonnatura en Spa zagen hun omzet gestaag toenemen. Nieuwkomers als het merk Nakd, dat suikerarme fruit- en notenrepen produceert, wisten hun omzet zelfs te verdubbelen.
Meer inzicht
Hoewel bovenstaande ontwikkelingen er veelbelovend uitzien, betekent het niet dat de gemiddelde consument goed inzicht heeft in het suikergehalte van producten. Uit recent onderzoek van het Diabetes Fonds blijkt dat veel Nederlanders hun suikerverbruik totaal verkeerd inschatten. Experts wijzen erop dat het voor de consument nog steeds lastig in te schatten is hoeveel suiker een product bevat door de verschillende ‘schuilnamen’ van suikers, zoals tarwestroop en fructose. Onderzoek dat de Universiteit van Wageningen afgelopen mei naar buiten bracht, laat dan ook zien dat een grote groep consumenten behoefte heeft aan meer inzicht. De Nederlanders die het etiket van een product daadwerkelijk doornemen (iets minder dan de helft), doen dit vooral om op de hoeveelheid suikers te letten. Hier valt voor supermarkten en merken dus nog een stap te zetten, zodat consumenten beter in staat zijn legitieme gezonde keuzes te maken.
Politieke maatregelen
Hoewel enkele voedselproducenten en supermarkten al een duit in het zakje doen om minder suiker in hun producten te verwerken, moet de overheid meer verantwoordelijkheid nemen op dit gebied. Uit berekeningen van gezondheidsinstituut RIVM blijkt namelijk dat maatregelen van het ministerie van Volksgezondheid tot dusver te weinig impact hebben gehad op de suikerconsumptie. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid liet eerder weten dat hij een suikertaks een ‘interessante’ optie vindt en met een nieuwe campagne wil voedselwaakhond Foodwatch Nederland hem het laatste zetje geven. Hun voorstel is om de betaalde accijnzen van deze suikertaks terug te laten vloeien naar de bevolking en zo bijvoorbeeld een verlaging van de zorgpremie mogelijk te maken. Dergelijke politieke maatregelen zouden er volgens de voedselwaakhond voor zorgen dat producenten nog meer gestimuleerd worden gezondere producten te maken.
Het is duidelijk dat bovengenoemde politieke maatregelen nodig zijn omwille van de volksgezondheid. Voor de voedingsindustrie en supermarkten is het daarentegen een uitgelezen kans om dankzij het aanpakken van maatschappelijk issues – als obesitas en hoge zorgkosten – niet alleen meer winst te behalen, maar zich ook op een positieve wijze te profileren.