‘De afstand tussen consumenten en producenten van voedsel is te groot geworden’
Interview met Issue Award-genomineerde en Agractie Nederland-voorman Bart Kemp
Schapenboer Bart Kemp groeide afgelopen jaar uit tot een van de meest prominente gezichten van de boerenprotesten in Nederland. Hij nam het initiatief om per tractor naar het Malieveld in Den Haag af te reizen om te protesteren tegen onder meer de stikstofproblematiek en ging daar in gesprek met beleidsmakers en politici. Kemp werd de voorman van de nieuwe organisatie Agractie Nederland, die issues met verve op de kaart zette. Op 23 januari maakt hij kans op de Issue Award. Ondanks alle aandacht is Kemp naar eigen zeggen vooral een boer, die zich momenteel ‘gewoon’ voorbereidt op het lammerseizoen dat voor de deur staat. We spraken hem in de aanloop naar de uitreiking van de Issue Award.
Je hebt te kennen gegeven niet zo’n activist te zijn, maar meer iemand die zijn tijd het liefste in de wei spendeert, tussen de schapen. Waarom besloot je dan toch om op 1 oktober naar Den Haag te reizen?
‘Boeren lopen al jarenlang tegen regelgeving aan die niet met de praktijk van het werk te verenigen is en die bovendien veel te vaak wisselt. Wanneer je iets geregeld hebt en geïnvesteerd hebt, moet je het vaak al snel weer helemaal anders doen. Dat is een reden waarom we naar de overheid zijn gestapt. Een andere reden is het maatschappelijk debat over de voedselproductie in Nederland. De laatste twintig jaar zijn de producenten en de consumenten van voedsel uit elkaar gegroeid: mensen hebben veel te weinig gevoel bij de kleine groep die voor het voedsel zorgt.’
Hoe proberen jullie die afstand tussen boer en burger te verkleinen?
‘Mensen eten dagelijks ons voedsel, dat wij produceren op basis van de vraag van de consument. Toch hebben de boeren het gevoel vooral te worden afgezeken. De voedselproductie in Nederland is veilig en efficiënt, zeker in vergelijking met andere landen. Dat verhaal is door de acties weer op de voorgrond gekomen. We hebben dat gedaan door niet alleen de overheid, maar ook de burger aan te spreken en met elkaar in gesprek te gaan.’
Is dat waarom Agractie-Nederland koos voor een publieksvriendelijke aanpak, in tegenstelling tot sommige andere actiegroepen?
‘Op korte termijn kan een harde opstelling natuurlijk zeker een gewenst effect hebben. Dat zie je bijvoorbeeld bij boerenprotesten in Frankrijk. Maar ik denk dat je het op termijn samen moet doen, in een eerlijke dialoog. Mijn visie is dat je andere mensen niet de dupe moet laten zijn van jouw eisen.’
Wat is het belangrijkste dat de protesten van Agractie-Nederland heeft opgeleverd?
‘We hebben niet alleen de politiek en de consument wakker geschud, maar ook eenheid gecreëerd onder de boeren. De steun die we kregen was heel massaal. Er is weer een gevoel dat we er mogen zijn.’
Wat ga je de komende tijd doen om ervoor te zorgen dat dit issue niet van de agenda verdwijnt?
‘De boeren maken slechts circa één procent van de bevolking uit. Die ene procent zorgt wel voor ieders ontbijt, lunch en diner. Om het maatschappelijk debat in evenwicht te houden, moeten we ons intensief bezighouden met het vertellen van ons verhaal. Ik denk dat we met z’n allen daarom meer een podium moeten pakken. Bijvoorbeeld meer vloggen, meer influencen om het verhaal van de producenten van voedsel over het voetlicht te brengen. Daar ben je geen boer voor geworden, maar het is nu wel noodzakelijk. Daarnaast zullen we ons blijvend op ludieke manieren laten zien.’
Foto credits: Facebookpagina Agractie-Nederland